Oekraïne heeft een lange geschiedenis die teruggaat tot de prehistorie. De regio die nu Oekraïne wordt genoemd, was ooit de thuisbasis van verschillende oude beschavingen, waaronder de Scythen en de Sarmaten. In de Middeleeuwen werd het gebied bewoond door verschillende Slavische stammen, waaronder de Oost-Slaven, die de voorouders zijn van de moderne Oekraïners.
In de 9e eeuw begon het Kievse Rijk, een machtige Slavische staat, zich te ontwikkelen in het gebied dat nu Oekraïne, Wit-Rusland en delen van Rusland omvat. Het Kievse Rijk bereikte zijn hoogtepunt onder vorst Vladimir de Grote, die in de 10e eeuw christendom als staatsgodsdienst aannam en Kiev tot de hoofdstad maakte.
In de daaropvolgende eeuwen was het gebied dat nu Oekraïne heet het toneel van verschillende oorlogen en conflicten tussen verschillende machten.
Een van de eerste voorbeelden van onderdrukking van de Oekraïense bevolking was onder het Rijk van de Gouden Horde, een Mongoolse staat die in de 13e eeuw grote delen van Oost-Europa veroverde. De Mongolen onderdrukten de Oekraïense bevolking en dwongen hen om te betalen met tributen en belastingen.
Later werd Oekraïne onderworpen aan het Pools-Litouwse Gemenebest in de 16e eeuw. De Oekraïense bevolking werd behandeld als tweederangsburgers en was onderworpen aan tal van economische en culturele beperkingen. De Oekraïense taal werd verboden en de orthodoxe kerk werd onderdrukt ten gunste van de rooms-katholieke kerk. .
In de 18e eeuw kwam het grootste deel van Oekraïne onder het gezag van het Russische Rijk. Tijdens de 19e eeuw groeide de Oekraïense nationale beweging, met name onder intellectuelen en schrijvers, die zich inzetten voor de bevordering van de Oekraïense taal en cultuur.
In de 19e eeuw werden de Oekraïense gebieden onderdeel van het Russische rijk en de Oekraïense cultuur en taal werden nog steeds onderdrukt. Na de Russische Revolutie in 1917 riepen de Oekraïense nationalisten de onafhankelijkheid van Oekraïne uit, maar deze werd kort daarna onderdrukt door de bolsjewieken, die de onderdrukking voortzetten. Oekraïne werd vervolgens verdeeld tussen de Sovjet-Unie en Polen. Dit leidde tot een periode van controle door de Sovjet-Unie over Oekraïne en tot een opstand van Oekraïense nationalisten in de jaren 30.
Het was echter pas na de Eerste Wereldoorlog, onder de Sovjetheerschappij, dat de Oekraïense bevolking te maken kreeg met een van de meest wrede vormen van onderdrukking, waaronder gedwongen collectivisatie, hongersnood en politieke onderdrukking. De hongersnood van 1932-1933, ook bekend als de Holodomor, leidde naar schatting tot de dood van meer dan 3 miljoen Oekraïense burgers.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Oekraïne het toneel van hevige gevechten tussen Duitse troepen en Sovjet-troepen.
Hoewel de meeste Oekraïners slachtoffers waren van het nazisme en de Holocaust, waren er ook Oekraïners die de nazi's steunden en zelfs samenwerkten met de nazi-bezetters. Waarschijnlijk zagen deze Oekraïners de Nazi's als de verlossers van de Oekraïners van het Russische bewind.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog richtten de nazi's verschillende collaborerende militaire eenheden op in Oekraïne, waaronder de beruchte 14e Waffen SS Galizische Divisie, die voornamelijk bestond uit Oekraïense vrijwilligers. Deze eenheden hielpen de nazi's bij het onderdrukken van partizanen en andere tegenstanders van het regime. Bovendien werd de Oekraïense Nationale Militie (OUN), een nationalistische en antisemitische organisatie, door de nazi's gebruikt om hun doelen in Oekraïne te bevorderen.
Na de Tweede Wereldoorlog werd het nazisme in Oekraïne in diskrediet gebracht en verboden door de Sovjetregering. Het was echter niet volledig uitgeroeid en bleef ondergronds bestaan tot de onafhankelijkheid van Oekraïne in 1991. Sindsdien zijn er verschillende extreemrechtse groeperingen ontstaan in Oekraïne die zichzelf presenteren als erfgenamen van de OUN en die de nazi-ideologie omarmen.
De opkomst van extreemrechts in Oekraïne heeft geleid tot bezorgdheid bij sommige waarnemers, vooral vanwege het feit dat sommige van deze groepen betrokken zijn geweest bij geweld tegen minderheden en politieke tegenstanders. Er zijn echter ook Oekraïense activisten en politici die zich uitspreken tegen het nazisme en die streven naar een tolerantere en inclusievere samenleving.
Na de oorlog werd Oekraïne onderdeel van de Sovjet-Unie en bleef het een socialistische republiek tot de val van de Sovjet-Unie in 1991. De Krim, die historisch gezien deel uitmaakte van Rusland, werd in 1954 door Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov overgedragen aan de Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek.
Op 24 augustus 1991 verklaarde Oekraïne zich onafhankelijk van de Sovjet-Unie. Sindsdien heeft het land een tumultueuze geschiedenis gehad, met politieke onrust, economische problemen en conflicten met Rusland.
In 2014 leidde een politieke crisis tot de afzetting van de pro-Russische president Viktor Janoekovitsj en de annexatie van de Krim door Rusland, wat heeft geleid tot een voortdurend conflict in het oosten van Oekraïne.
In het algemeen kan worden gesteld dat de geschiedenis van Oekraïne wordt gekenmerkt door perioden van onderdrukking en machtsmisbruik, vooral onder buitenlandse heerschappij.